Mijmering

Net terug van een weekend met veel stilte en natuur is het nogal omschakelen naar ‘het gewone leven’. Met nadruk tussen aanhalingstekens. Want het leven in het weekend was natuurlijk niet fundamenteel anders; alleen mijn aandacht was anders gericht.

‘Buiten is het maandag’. Deze titel van een roman van Bernlef beschrijft goed hoe het van binnen voelt voor me op deze maandagochtend. Alsof ik nog niet helemaal geland ben in deze dag.

Maandag is voor velen, inclusief mezelf, ‘start van de werkweek-dag’. Vroeger was het voor vrouwen standaard ‘wasdag’. Dat zit er bij mij kennelijk nog wel in, want op het moment staat de wasmachine te draaien. Gelukkig doet de machine het, geen handwerk meer; kan ik me wijden aan andere zaken. Zoals dit blog, want sinds enige tijd is maandag ‘blog-dag’.

De uitdaging is telkens weer: heb ik een onderwerp? Meestal wel, en besteed ik de meeste tijd aan het zoeken van een foto. Vandaag is het omgekeerd. Ik heb nog geen idee waarover ik ga schrijven als ik ervoor ga zitten. Maar ik heb wel een foto. Die heb ik vorige week tijdens een wandeling met een coachee gemaakt. Van een kastanjeboomtak. Die hing daar zo mooi op ooghoogte te pronken met nieuwe kastanjes in de maak. De tak kwam voort uit een indrukwekkende, grote hoofdtak die zich bijna majestueus naar het licht had toegewend. Alsof ze wilde zeggen: ‘Kijk eens, hoe mooi dit allemaal is!’ Meestal hangen kastanjetakken niet zo laag. Bij deze prikten de kastanjes bijna in je neus. Je kon er niet omheen.

Ze zitten nog in hun schil. Ik weet dat die een kastanje omhult, maar het is nu nog niet meer dan een belofte. Een belofte die schuilgaat in die schil, van binnen blank en zacht, van buiten vol stekels. Nee, ik ga het niet hebben over ruwe bolster, blanke pit. Dat is niet de associatie die bij me op kwam.

Voor mij is het alsof die stekelige schil de nieuwe kastanje beschermt, tijdens zijn groeiproces. Ongehinderd kan hij uitgroeien tot volwaardige kastanje. Die stekelige schil belooft als het ware: heb geduld, hier groeit iets moois maar het is nog te vroeg om het te tonen, om het bloot te stellen aan de elementen. Maar het zal niet lang duren voordat die belofte werkelijkheid wordt. Dan kom ik los van deze tak, die het groeiproces voedt. Dan val ik op de grond en barst ik open. En dan kun je zien wat zich nu aan het vormen is. Dan mag je het oppakken, het in je hand nemen, voelen hoe zacht en glad en stevig het is, die kastanje die nu nog in mij verborgen is. Dan mag je hem met je meedragen, in je jaszak, waar je hem telkens weer even kunt voelen in je hand, kunt wrijven zodat hij mooi blijft glanzen.

Maar laat ons nu nog aan de boom hangen. Om jou, en alle vogels en insecten, te helpen ons te laten, heb ik mijn stekels. Zodat er niet te vroeg wordt ingegrepen. De natuur weet wanneer de tijd rijp is, en dan geeft ze de rijkdom vanzelf af. Zowel de schil als de warm glanzende kastanje. Want in het vallen en openbreken van de schil toont zich niet alleen de kastanje, maar ook de zachte blanke binnenkant die de groeiende kastanje beschutting, voeding en glans heeft geboden. Zonder schil geen kastanje. Zonder kastanje geen schil.

Ik vind het wel een mooi symbool voor persoonlijke groei. Die van mezelf, die van anderen. Nieuwe talenten die in ons naar boven komen hebben beschutting en voeding nodig om tot ontwikkeling te komen. Die veiligheid betekent ‘buiten houden’ van wat de groei kan hinderen of schaden. Zoals ongeduld, overvragen, nieuwsgierigheid. Wanneer de tijd rijp is kan het talent ‘naar buiten komen’. Wanneer dat is voel je zelf meestal heel goed aan. Als ik twijfel is de tijd nog niet rijp.

Maar komt het er uit, dan kan het verder gaan. Als je schil en kastanje op de grond laat liggen, voedt de schil de grond, en groeit er uit de kastanje een nieuwe boom. Wat een belofte!

5 antwoorden op “Mijmering”

  1. Hi Lilian,
    Dat beeld van de schil die de boom voedt sluit goed aan op een leerpunt uit de laatste les van Walter. Goede humus onstaat door helemaal niets te toen. Door het verteringsproces gewoon te laten gebeuren zonder in te grijpen. Een mooie analogie met Zazen vond ik.

  2. Mooie gedachten. Wat is het dat ervoor zorgt dat de schil losgelaten wordt? Wanneer weet je dat het goed is? Of gaat het om dat gevoel van vertrouwen? Mijn 10-jarige dochter vroeg laatst om ze helemaal zelfstandig pannenkoeken mocht bakken. Als ze er zelf om vraagt, ben je eraan toe, dacht ik. Het ging prachtig en ze heeft zich (maar) 1x gebrand aan de pan, zo leer je ook

    1. Voor ons mensen gaat het wat mij betreft inderdaad om dat vertrouwen. In het geval van de kastanje gebeurt het gewoon als de tijd rijp is, daar wordt (voor zover wij weten :-)) niet over nagedacht. In dat opzicht zijn wij in het nadeel met ons denkvermogen :-). Je vingers branden hoort er wel bij, in elk geval bij ervaringsleren; dat gaat nu eenmaal vaak met pijn gepaard…. Hoe smaakten de pannenkoeken?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *