Gereed zijn

Afgelopen week las ik een klein boekje over de ‘krijgskunsten’, waarin teksten zijn opgenomen van twee 17e-eeuwse Japanse samurai. Geen gemakkelijk boekje om te lezen, al is de Engelse vertaling zeer goed leesbaar. Wat moet je er immers mee als de principes een beetje worden toegelicht, soms behoorlijk cryptisch, en het vervolgens wordt afgesloten met ‘dit wordt mondeling overgedragen’. Tja, de krijgskunsten moet je beoefenen onder leiding van een meester, die kun je niet uit een boekje leren.

Toch vond ik het een boeiend boekje. En niet alleen maar omdat ik zelf jarenlang T’ai Chi heb beoefend en er het een en ander in herkende. T’ai Chi is ook een krijgskunst, al zou je dat zo op het eerste oog niet zeggen als je de beelden ziet van grote groepen oudere mensen die in een park mooie vloeiende bewegingen staan te maken. Het is een defensieve vorm van krijgskunst, geen aanvallende. Al die bewegingen zijn, wanneer toegepast op een tegenstander, manieren om hem of haar uit zijn evenwicht te brengen, waarbij je gebruik maakt van de (aanvallende) energie van de ander; en daardoor versla je hem. Als je goed geankerd staat, vraagt dat eigenlijk geen kracht.

Maar de belangrijkste reden dat ik het zowel lastig als boeiend vond om te lezen is, dat wat er staat niet alleen op de krijgskunsten, maar op het hele leven zelf van toepassing is. Het lastige bestaat erin dat de uitgangspunten zijn: strijd, vijand, doden, overwinnen. Ook als er staat: één man doden, om vele levens te sparen, is nog het uitgangspunt dat er gedood moet worden om levens te redden. En zelfs alleen maar gebruik maken van de afschrikwekkende werking die er uit kan gaan van een goed getrainde ‘krijger’ is gebruik maken van de dreiging van de dood. Logisch in de krijgskunst, maar toegepast op het dagelijks leven bestaat het risico dat je dan een erg negatief mens- en wereldbeeld hanteert. Tegelijkertijd kan ik er niet omheen dat er veel vanuit zo’n negatief beeld gesproken, geleefd en gewerkt lijkt te worden. De taal die we gebruiken bepaalt in hoge mate hoe we handelen, dus als die taal oorlogssymboliek bevat wordt het snel oorlog. We hoeven niet eens de grens over op zoek naar voorbeelden, ze liggen ook in Nederland voor het oprapen. Zo woedt er al sinds dit voorjaar een ‘oorlog’ tegen een ‘vijand’ die heel behendig lijkt te zijn in de krijgskunsten.

Het boeiende van het boekje zit hem er wat mij betreft vooral in dat het belangrijkste in het je meester maken van de krijgskunst niet zozeer is dat je de vechttechnieken tot in de puntjes beheerst – al zul je dat wel moeten. De essentie is veeleer de geestesgesteldheid. Als je de juiste geestesgesteldheid niet hebt, zullen je sublieme vechttechnieken je niet helpen. Die juiste geestesgesteldheid houdt in dat je te allen tijde, op elk moment vóór, tijdens of na het gevecht ‘gereed’ bent. ‘Gereed zijn’ houdt paradoxaal genoeg in dat je niet bezig bent met wat of hoe je moet doen, maar dat je vrij bent om (niet) te handelen, wat je ‘tegenstander’ ook (niet) doet. Dit vraagt openheid van geest, in plaats van een geest die zich druk maakt over wat-ie moet doen. Een open, vrije geest stuurt op het juiste moment gewoon het handelen; een geest die bezig is met wat-ie moet doen ziet pas wat er gebeurt als het al is begonnen en kan dan alleen nog maar reageren. Dan ben je dus te laat.

Dat ‘gereed zijn’ is van toepassing op het dagelijks leven, in álle omstandigheden. ‘Gereed zijn’ tot het schrijven van dit blog betekent dat mijn geest open is voor wat zich aandient, en zich niet laat intimideren door een leeg scherm, door gedachten over waar ik over wil schrijven, en of het goed genoeg is. ‘Gereed zijn’ betekent de vogeltjes horen zingen en niet zó in gedachten opgaan dat ik er gedachtenloos aan voorbij ga; of een afspraak vergeet. ‘Gereed zijn’ betekent opmerken dat ik een afspraak vergeten ben en daarop passende actie nemen. ‘Gereed zijn’ betreft vriend en vijand, wat ik leuk vind en niet leuk vind. ‘Gereed zijn’ heeft geen voorkeur voor wat het leven aandraagt; het valt ermee samen. Als in een spontane dans.

7 antwoorden op “Gereed zijn”

  1. Ik zou wat preciezer verwoorden wat bedoeld wordt met “open Geest”. “Gereed zijn” heeft inderdaad geen voorkeur voor wat “het leven aandraagt” en “voorbij” komt. Alleen kan door lezers nog steeds onvoldoende begrepen worden welke ervaring daarmee gedoeld wordt. Je doelt op de ervaring waarbij de functie van de Geest zich ten volle kan openbaren. Voorbij ego en dingen. Dat deel van de Geest wordt in beslag genomen door onze discriminerende gedachten. Dus: Benoem niet, maar gebruik de Geest. OF: Noem het geen Tai Chi, wat is het?

  2. Jouw stukje doet me erg denken aan de sesshin van Floor in oktober. Het thema was vertrouwen. Gereed kunnen zijn, vraagt vertrouwen. Vanuit vertrouwen, kan gereedheid groeien.

  3. Mooi geschreven Lilian, het raakt wel wat bij mij. Het gereed staan zoals jij het benoemt is in mijn ogen in je kern klaar zijn voor wat er ook mag komen. Zoals de dansvormen of oefeningen in Tai Chi hetzelfde zijn als de basis van Taekwondo kun je ook mentaal oefenen door middel van bijvoorbeeld dichten om snel een discussie te beslechten. Veel vaardigheden worden op liefdevolle wijze geoefend om in het heetst van de strijd vruchten af te werpen. En door deze oefening kan angst, haat, bewijsdrang en geldingsdrang en dergelijke buiten de strijd gehouden worden.

    Als ik aan Samurai denk dan krijg ik het gevoel dat eer en geweten boven het eigenbelang staan. De waarheid is belangrijker dan het eigen verlangen. Dit is iets waarvan volgens mij iedereen weet dat het hogere waarden zijn, maar niet iedereen voelt zich hiertoe geroepen. Toch denk ik dat het de kunst is om in een ieder deze waarden aan te wakkeren of te stimuleren. De beste manier is volgens mij om zelf het juiste voorbeeld te geven. Ik denk ook dat er op korte termijn voor veel mensen een appèl op de hogere waarden wordt gedaan.

    Bedankt voor dit mooie verhaal Lilian

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *