“Ik doe, dus ik ben”. Ik weet niet of het een bestaande uitspraak is die in mijn herinnering opkomt, of dat hij echt spontaan ontstaat nu. Hoe dat ook zij, het is een beetje het gevoel dat ik krijg de laatste paar dagen.
Ik dacht eerst dat het uitsluitend met mijn nieuwe situatie van ‘werkloos zijn’ te maken had. Na vijfenveertig jaar (hard) werken is het bijzonder vreemd om niets te hoeven of moeten doen. Niets doen is goed, iets doen is goed, en als ik iets doe maakt het niet uit wat het is. Geen strak geplande weken meer. Geen vaste werkdagen en afgebakend weekend meer. Een zee van tijd en ruimte waarin ik vrolijk en vrij kan ronddobberen als een meeuw die het vliegen zat is.
Dat gaat alleen niet zonder slag of stoot. Regelmatig zegt een intern stemmetje: moet je niet iets doen? Alsof ik iets aan het vergeten ben. Nou, nee dus. Af en toe geeft dat een vaag schuldgevoel: het kan toch niet zo zijn dat je zo maar vrij ronddobbert? Ja, dat kan dus wel. Maar onwennig is het wel. En grappig om te merken hoe die ‘doen-conditionering’ zich doet gelden. Ik kan er ook wel om lachen: ah, daar heb je die ‘doener’ weer….
Maar het lijkt erop dat mijn werkloze staat niet het enige is. Gisteren sprak ik een vriendin die het ook bleek te hebben. En zij vertelde over een andere vriendin die het ook merkte. Terwijl zij beiden nog volop aan het werk zijn. Alleen wordt hun werk wel ernstig door de corona-maatregelen beïnvloed. Wat betekent dat ze ook beperkt worden in wat ze kunnen doen, en plannen maken eigenlijk niet goed mogelijk is omdat die toch telkens in de war gestuurd worden. Grote flexibiliteit, snel schakelen, is vooral wat ze moeten doen. Het effect is dat ook zij toch ruimer in de tijd zitten en regelmatig zo’n zelfde stemmetje horen: “Moet ik niet iets doen? Uhh, nee… Is dat goed? Uhh, weet niet…” Of “Hmm, misschien wel…”.
Een zelfde soort ontregeling dus als ik ervaar. En ik realiseerde me daardoor: ja, als al die beperkingen er niet waren, en de dreiging van dat onzichtbare spikey virus-monstertje, dan ging ik vermoedelijk van alles en nog wat ‘ondernemen’. Niet zo zeer werk, maar leuke uitstapjes naar en met vrienden en vriendinnen. Corona helpt me dus mijn ‘niet-doen situatie’ volledig te ervaren. En daardoor te ontdekken hoe diep het ‘iets doen’ ingesleten zit, en dat dat me lang niet altijd goed doet. Dat het een ontsnapping kan zijn, omdat die grote lege ruimte ook wel ongemakkelijk kan aanvoelen. Nu ik er onontkoombaar mee geconfronteerd word wordt ook glashelder dat dat ‘iets doen’ vooral een idee is, slechts een idee.
Alleen maar een idee – en dus niet alleen het mijne. En vast ook niet alleen dat van mijn vriendinnen. In de gesprekken die ik de afgelopen tijd heb gehad met mensen hoor ik het wel vaker, in meer of minder bedekte termen, terugkomen. Er wordt natuurlijk stevig gebaald van alle opgelegde beperkingen, zeker nu het maar blijft voortduren. Maar er blijken ook verrassend veel mensen het eigenlijk wel plezierig te vinden dat er minder kan – dan hoeven ze ook minder te doen. Het plichtmatige doen raakt er een beetje af. Wat er dan overblijft is de natuurlijke menselijke drang tot activiteit – en die blijkt ook binnen beperkingen zijn uitweg wel te vinden.
En als ik dan zie hoe het bij mij, en bij de mensen die ik spreek werkt, dan vraag ik me toch onwillekeurig af: is al dat gedoe dat we de laatste tijd steeds meer zien niet ook een uiting van gefrustreerd ‘niet(s) kunnen doen’? Hetzelfde gevoel dat ik heb, alleen onbewust dat het voor een goed deel maar een idee is? Hetzelfde gevoel dat ik heb, alleen niet zelf gekozen, waardoor het verzet ertegen aanwakkert? En waardoor de natuurlijke drang tot activiteit verwordt tot een explosieve dadendrang?
Als ik zo kijk, kijk ik met andere ogen. En vraag ik me af wat nou maakt dat het kwartje de ene of de andere kant uitvalt: naar je dadendrang kijken of er naar handelen. Is dat het verschil tussen angst en vertrouwen? Angst dat het leven je naar het leven staat; of vertrouwen in de loop van het leven, vertrouwen dat jouw leven niet afhangt van je dadendrang?
Een goede vraag. Ik ga er eens even niets mee doen.
“Cogito ergo sum”, “Ik denk, dus ik ben”, is een filosofische stelling van René Descartes (verplicht op school moeten studeren!). Interessant dat het bij jou “ik doe, dus ik ben” is geworden.
Ik heb ook moeite om “niet (te veel) doen” en ben altijd op zoek naar de balans tussen doen / niet doen.
Nog een citaat die mij inspireert:
“What if we stopped celebrating being busy as a measurement of importance?” Greg McKeown
Dank voor je reactie Helene. Descartes was inderdaad mijn eerste referentiepunt in deze alternatieve uitspraak 🙂
Op mijn vakantie-adres staat een mooie kaart met de spreuk: ‘Stop the glorification of busy’:-) Daar moet ik altijd erg om lachen. Evenals de kaart op de toiletdeur: Don’t just do something, sit there!
Dank jullie allemaal wel voor je leuke reacties! Blij dat het zo herkenbaar is 🙂 En hoe wagenwijd die valkuil openstaat 🙂
Kon jullie reacties vanmiddag niet direct publiceren – was even weg, even iets doen 🙂 🙂 🙂
Dank, Lilian! Ik heb herkend, gepuzzeld, overwogen en op het laatst heel hard gelachen!!
Oh jakkes, wat herkenbaar. Je legt de vinger op een zere plek.
Bij mij zijn het de klusjes die ik voor me uit heb geschoven, die klusjes waarvan ik vind dat ik ze eigenlijk moet doen en die nu knagen aan mijn zelfvertrouwen. Ik verstop me in een hoekje van de bank met een spelletje of een breiwerkje en mijn hardwerkende partner moedigt dat gelummel van mij alleen maar aan.
Ik hik er tegen aan. Daardoor word ik vanzelf onrustiger.
…
Ik ga de stofzuiger pakken.
Dankjewel Lilian.
Ik ben gerustgesteld door de herkenning hier.
Elke dag een titanenstrijd tussen mijn lijf dat zegt: er hoeft niets
en mijn ego dat mij onrustig verder drijft.
Broze nieuwe inzichten bij mijn leeftijd en status conflicteren voortdurend met de gestaalde patronen die kennelijk een leven lang zomaar ongemerkt aanstonden.
Is oud worden wel zo leuk 😇
Ik ga in elk geval bij Pia in de leer met de cursus ‘ zen en de kunst van ouder worden ‘. Misschien komen er leuke lessen uit voort
en floep: ja hoor: hier zijn ze al weer bezig in mij 😂
Lilian , ik herken het en ik heb ook vaak die gedachten : wat zit ik hier nu te “niksen”..Maar…ik moet je wel zeggen dat het me de laatste tijd , door omstandigheden , beter af gaat .
Op den duur wordt jouw “niets doen “ook gewoon “Dolce Far Niente “.
Schommelen is altijd zinnig.
Tja, de uitspraak die mijn ouders het meest en liefst bezigden was:
” ledigheid is des duivels oorkussen”.
Of die en die : “is liever lui dan moe”.
Die stemmen zijn mijn interne critici geworden.
Ik herken wat je schrijft, vanaf dat ik met pensioen ben gegaan, twee jaar geleden.
En nu juist deze coronatijd lijkt me een vrijbrief te geven om veel te lezen, gewoon doelloos te wandelen of me te vervelen.
Het is toch een reactie op de stemmen en nog geen zelfstandige keuze.
Andre v.d. Braak zei eens “wat is onze plaats, mijn plaats in de dharma?”
Het gaat als mantra vaak door me heen.
Heel goed, dan doe ik dat ook (niet). Maar wel heel plezierig om te lezen, deze vragen.