Schakelen

De mooiste dingen

gebeuren meestal

spontaan

dat weten we wel

maar hoe vaak

gaat het ook

echt zo

in een strak

door agenda’s en

planningen gereguleerd

leven

waarin niets meer

aan het toeval

wordt overgelaten

waardoor er

voor het onverwachte

en het spontane

geen ruimte meer is

ze zelfs alleen nog

als lastig en

onwelkom

kunnen worden

ervaren

als inbreuken op

zorgvuldig dichtgemetselde

tijd

een muur van

wat moet, hoort

en wordt verwacht

met nauwelijks ruimte

om te bewegen, te

ademen, laat staan te

schakelen

wat het onverwachte

en spontane nu

eenmaal vragen

gelukkig breken ze

met regelmaat en

een klap

door dat kunstige bouwwerk

heen, openen

de zee van ruimte die

tijd ook is

waar weer even

proeven is van

het weidse en zilte

genieten van de

armslag en

de mogelijkheid

weer richting

te kiezen

te overzien

waarop je

wilt koersen

nu even dobberend

en dan weer gericht zwemmend

terwijl je je intussen

voelt opgenomen in

de hand van

de eeuwigheid

en lacht om

de wolk die

ineens vlak voor je

uit het glinsterend water

oprijst.

Koud, kouder, warm

Vierentwintig uur

in de kou

verwarming doet het niet

ook niet bij

de buurvrouwen die

allemaal jaren ouder zijn

dan ik

want wij hebben

zogenaamde

blokverwarming

de eerste poging

het gerepareerd te krijgen

nog diezelfde dag

strandt in de

kille onwil

van een mens

die zijn huis niet uit wil

in het donker en het vriezen

en niets te maken heeft

met de steeds ijziger kou

in onze huizen

de zegeningen van onze

moderne maatschappij

met platform-zzp’ers

halve uren

in de wacht staan

met je telefoon

bij de callcenters

van het verhuurbedrijf

en het verwarmingsbedrijf

de inderhaast bestelde

infrarood kachel

waarvan de levering

inmiddels voor de derde keer

is uitgesteld

gelukkig doet de

verwarming

het inmiddels weer

hier doet hij het tenminste

na vierentwintig uur weer

want al wachtend

in de kouder wordende kou

die langzaam mijn botten

in kruipt

gaan mijn gedachten

keer op keer

naar al die mensen

in Oekraïne en Zuid-Afrika

en hoeveel meer

gebieden nog

waar de verwarming

en het licht

en het water

het alsmaar niet doen

omdat het kapot geschoten

of door geldgebrek

verwaarloosd is

en wachten tot

het gerepareerd is

totaal zinloos

is geworden

het maakt mijn

koude, kouder en

kouder wordende huis

en botten

niet warmer

als ik aan al die

andere mensen

denk die het

nog kouder hebben

wel mijn hart

– hier vriest het

tenminste nog niet

in huis

en hier komt er

tenminste uiteindelijk

wel iemand

die het naar blijkt

vrij eenvoudige euvel

weer fixt

en die infrarood kachel

wordt ook nog wel geleverd

en kan dan in

elk willekeurig stopcontact

er komt toch wel stroom uit

nee, het maakt mijn huis

en botten niet

warmer

dat alles te weten

wel mijn hart, en

mij nederiger

te beseffen

hoe niet vanzelfsprekend

het allemaal is.

Eenvoudig en helder

Na een week stilte

en zwijgen

in winters weer dat

alleen maar meer

verstilling oproept

is er niet direct

iets te zeggen

waarom zou je ook

als je om je heen kijkt

spreekt alles voor

zichzelf

het nieuwe blad

aan de uitgebloeide

orchidee

de verdorrende blaadjes

van de aardbeiplantjes

aan de pergola

het heen en weren

van mijn kat

net terug uit haar

pension en nu weer

ons huis haar thuis

aan het maken.

de schoolkinderen

die terug van gym

voorbijlopen

aan mijn raam

dat dankzij de zon

laat zien dat zij wel weer eens

gewassen wil worden

allemaal niet schokkend

zo min als, vermoedelijk,

die bak met email die

na een week onbekeken

op reactie ligt te

wachten

het vraagt gewoon

wat tijd voordat

de terugkeer uit die diepte

een feit is

die diepte waar

alles

heel eenvoudig

en helder is

en niets extra’s

behoeft

ik wou maar dat

Poetin

Zelensky

Stoltenberg

enzovoorts

dat ook

zouden kennen.

Pulp fictie

Herfst lijkt wel

een beetje op

mediteren

al dat blad dat afvalt

verdort of tot een

natte pulp verwordt

die de grond voedt

waaruit later, maanden later

planten en bloemen weer

opgroeien

maar tot die tijd

wordt het steeds kaler

en leger

blijven alleen de

staketsels staan

als een lege kapstok

in de mistigheid en

de kou

wordt dan alles

stil, stiller, stilst

een stilte die

alleen maar luider

klinkt als

een vogel zich even

doet horen

of een vliegtuig

een stilte waarin alles

in potentie aanwezig is

in rust zich

voedend aan

ja, aan wat eigenlijk

tot dat moment

waarop zich weer

van alles begint

te roeren en

ontkiemen

zoals mijn gedachten

vanuit de stilte

van de meditatie

vanzelf weer

hun kopjes opsteken

doorheen de pulp van

neergedwarreld oud

gedachtengoed dat

zijn tijd heeft gehad en

tot compost verworden

iets nieuws voedt dat

op zijn tijd hetzelfde lot

beschoren is

weer neer te dwarrelen in

de stilte en tot

voeding te worden

enzovoorts enzovoorts

immers, de winter

komt en gaat

en ik zit ook niet

24/7 in stilte

die voedingsbron die

wel altijd daar

maar niet aldoor

bereikbaar blijkt

ook de winter is

in voorjaar, zomer, herfst

nooit afwezig

slechts tijdelijk

buiten bereik

van onze menselijke

vermogens

dat te bevroeden

daarin schuilt wel

vertrouwen.

Kenteringen

Kenteringen

in je leven

of liever

in het beleven van

je leven

maken dat er

een tijdje

niet zoveel

te zeggen valt

immers

alles gaat zitten in

de ervaring dat

alles anders is

en toch misschien ook

weer niet

het laat zich

in elk geval niet

vastpakken

in woorden

en is dat erg?

nou nee

natuurlijk

prima om hier

te zitten met een

lege kop

zonder gedachten

zonder koffie

en alleen maar te aanschouwen

wat zich toont

de schoolklas net

terug van gym

de enkele draad die een spin

gespannen heeft tussen

een verdroogde aardbei

en een uitgebloeide bloem

het vergelende blad

van de blauwe regen

de lichtvanger

van de zon

de laatste reuze

vlijtige lies

en het blanco scherm

voor me dat zich

geleidelijk vult met de

stream of consciousness

die mijn vingers toch

op een of andere manier

omzetten in een

beschrijving van wat

zich nu

eenvoudigweg

aandient

dichterbij dan dit

kan ik

niet komen.

Laatbloei

Grappig om

op 31 oktober nog

aardbeitjes voor mijn raam

te zien hangen

ze rijpen nog steeds

ook al is het de vraag

of ze het redden tot

eetbaarheid

voordat regen en

harde wind definitief

inzetten

naar het schijnt

morgen al

er is nog meer dat

nog steeds opnieuw

bloemen maakt

de oost-indische kers

bijvoorbeeld en

de cosmea

en nu eindelijk

voor het eerst dit jaar

ook het moederkruid

veel te laat of

juist een seizoen

te vroeg

het is allemaal niet meer

zo uitbundig

maar juist die enkele bloemetjes

vertederen

geven een zoete nasmaak

van de zomer

nog even nagenieten

zo lang het er is

totdat het afsterven

dat al was begonnen

steeds zichtbaarder

onstuitbaar

voortzet

en moeder natuur

in ruststand komt

zo mooi om

bij dit proces te blijven

verwonderd

zonder reikhalzend vooruitkijken

naar het volgende seizoen

dat ongetwijfeld komen zal

zonder plan, gewoon

omdat het nu eenmaal

zo gaat

over de bovenrand van

mijn laptopscherm zie ik het

blaadjes regenen

de zon beschijnt

de aardbeitjes

van boven het

geluid van radio en

werkende mensen

passerend vliegtuig

terwijl mijn brein soms

heftige pogingen doet

er van alles van

te maken

zit Boeddha

temidden van dit

schijnbaar beweeglijke leven

krachtig stil.

Gewoon

Een week van

gewoon weer eens

ziekzijn

geveld door griep

toch nog ‘herfstvakantie’

al beperkt de trip

zich tot de ruimte

tussen bed en stoel

het landschap

tot mijn dromenland en

de beelden en

herinneringen

die zich loom in

mijn wattenhoofd

vertonen

soms als een stortbui

dan weer als traag tikkende

regendruppels op het raam

maar even onontkoombaar

als schijnbaar willekeurig

hoezo komt dit nu weer boven

dat weten we nu toch

inmiddels wel

en als ze dan gewoon

net zo snel als ze komen

weer kunnen verdwijnen

ik er niet in blijf hangen

als een haak in een net

dan treedt soms zomaar

die stilte in

waarin tijd gewoon verglijdt

zonder noemenswaardige gebeurtenissen

of vermeldenswaardige gedachten

die ook niet meer hoeven

vreedzaam

als in sesshin

waarin tijd soms zelfs

lijkt te stollen tot

één zinderend-van-leven

eeuwig moment

waarin nog niets is

maar alles gewoon weer kan worden

geboren

ikzelf incluis.

Paradoxen

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is PARADOXEN2.jpg

De paradoxen die

ik in mijn werk tegenkwam

waren ooit de aanleiding dat ik

zen ging beoefenen

de vraag die me toen

vooral bezighield

was

wat het toch is dat wij mensen

zeggen iets anders te willen

dan er nu is

en dan vervolgens alles

blijven doen wat ons

vasthoudt in datgene

wat we zeggen

kwijt te willen

wat zen me leert

nog steeds, elke dag opnieuw

is niet te zoeken naar

het allesomvattend, allesverklarend

of allesoplossend antwoord

waarmee de vraag definitief

de wereld uit is

noch om de vraag maar

te laten

omdat hij onbeantwoordbaar zou zijn

of niet relevant

“waar maak je je druk om?”

het leert me

mijn verlangen naar zo’n antwoord

te onderkennen, en

om te zetten naar

telkens weer kijken, zo scherp mogelijk kijken,

naar wat zich op dit moment

voordoet

waarmee valt te werken

in de richting waar we zeggen

heen te willen

en dat

te blijven doen

telkens opnieuw

met de toewijding en het

vertrouwen van een

meedogend hart,

een beetje

goede wil

en vallen en opstaan

geen rocket science dus

niet iets waar mijn intellect

veel werk aan heeft meestal

integendeel

dat lijkt het, als het het voortouw neemt,

dikwijls alleen maar

te compliceren

terwijl het, als het dienend is

aan de wegen die

vanuit mededogen ontstaan,

een mooie rol te spelen heeft

in het plaveien daarvan

zoals een vriend eens zei

“tegenwoordig volg ik

voor de grote beslissingen

alleen nog mijn hart

en gebruik ik mijn verstand

voor de praktische uitvoering”

zo blijft het leven ook

menselijk

want waar alleen de ratio heerst,

ligt de-humanisering op de loer

staan medemensen met hun

kinderen

in de kou en stromende regen

te wachten

niet op wet- en regelgeving

maar op een menselijk gebaar.

Vakmanschap

Ze zijn er eindelijk

de schilders

om bij mij de buitenboel

te doen

nadat ik weken heb

toegekeken hoe

ze bij de buren op

de rest van het complexje

de boel weer keurig

in de lak zetten

terwijl ik een woordje

met ze wissel

kijk ik hoe de één

bijna achteloos

het schuurpapiertje

langs de verf haalt

geen beweging teveel

en toch netjes

opgeschuurd

de ander met dezelfde

routine zijn kwast

vlot van verf voorziet

en die volstrekt trefzeker

in één strakke beweging

op het kozijn aanbrengt

ik wil direct bij ze

in de leer

hebberig word ik ervan

ik wil dat ook kunnen

in plaats van mijn eindeloos

geklungel en gesmeer

verf overal, zelfs

met de roller

want dat met die kwast

dat zal ik wel nooit leren

al weet ik inmiddels

heel goed in theorie

hoe het moet

de beelden komen terug

van al die pogingen

tot zelf doen

vooral die van veertien jaar

geleden, in mijn nieuwe

oude huisje

uren schuren

op de structuurverf op

verwarmingsbuizen en zelfs

houtwerk

 (ik zie nu wéér

 een advertentie

die het aanprijst –

alsjeblieft, doe het niet

tenzij je van stofnesten houdt

en na jou de zondvloed komt –

die het er overigens ook nooit

meer af zal wassen)

schuren schuren

te weinig hulp

net na een operatie

waarbij ik definitief zo ongeveer

een kwart van de kracht

in mijn rechterarm verloor

terwijl ik er nu

weer aan denk

voel ik spanning uit die

arm en schouder

wegtrekken

jarenlange overbelasting

door zelf doen

weg

ik kijk naar het

strakke resultaat van

het werk van deze

mannen, die ontspannen

onder elkaar converserend

in een onverstaanbaar dialect

onverstoorbaar

hun werk voortzetten

en ik vraag me af

in goede gemoede

waarom er niet veel meer mensen

schilder worden

wat is er mooier dan

zo vakkundig je handwerk

te kunnen doen

en zo direct een

mooi eindresultaat te boeken

kom daar maar eens om

in een kantoorbaan

zwaar ondergewaardeerd

wat mij betreft

dat handmatige

vakwerk

Alleen noch zelf

Toen God verdween uit Jorwerd

wat verloren we toen nog meer

dan een geloof

in een kracht die

ons te boven ging en

ons droeg in

voor- en tegenspoed

een kracht die voor velen

de vorm had van

een Meedogende Man

tot wie we ons konden richten

met onze vragen en twijfels

onze angsten en

onze dankbaarheid

verdween met dat geloof

ook het vertrouwen

dat we er nooit

alleen voor staan

het nooit alleen

hoeven doen ook al

moeten we wel

ons steentje bijdragen

het vertrouwen dat

als we dat allemaal doen

samen

ook onze tegenspoed

beter te harden is

onze voorspoed

vrolijker omdat we

hem kunnen delen

met hen die dat

ook met ons doen

is met het badwater

van het geloof

het kind van vertrouwen

en gezamenlijkheid

ook weggegooid?

hoe dragen we dan

dat leven waarin

we ons bevinden

en waarin zoveel gebeurt

dat teveel is om alleen

op mijn schouders te rusten

of op die van

die sterke man

om wie we dan gaan roepen

die ook maar

eén paar schouders heeft

en net zo’n beperkte kracht

als wij allemaal

die sterke man

die het ook niet alleen redt

en zelfs niet ‘zelf’

die ook afhankelijk is

van anderen

van de gemeenschap

om hem heen

wie dat ook zijn

net als ik, en jij,

en wij

dat vertrouwen

dat zo helpt

om me te realiseren

ik hoef het niet alleen te doen

ik hoef het zelfs niet zelf te doen

ik hoef alleen mijn steentje bij te dragen

in het vertrouwen dat ook

anderen dat doen

dat vertrouwen

kan dat blijven bestaan

ook zonder geloof

in God

of een sterke man

of iets anders

een abstract-gemaakte kracht

of energie

of hoe het ook

genoemd wordt

en waaraan nog steeds

het geloof lijkt te kleven

dat JIJ die kracht

of energie

moet hebben of

ontwikkelen

zodat je

alleen maar verder

weg geduwd wordt

in je alleen-staan

in je ‘zelf’

of juist dat die kracht

buiten jou staat

waaraan jij geen deel

zou hebben

en die wel voor ons zorgt

“the universe provides”

in beide perspectieven

staan we machteloos alleen

aangewezen op ons zelf

met die smalle schouders

die slechts een deel kunnen dragen

en dat ook best willen doen

en dat ook zullen doen

als het vertrouwen weerkeert

dat we dat allen

samen

doen